Er zijn meer dan 300 soorten solitaire bijen. Solitaire bijen zijn soms nauwelijks herkenbaar als bij. De grootte van de soorten verschilt enorm: van enkele millimeters tot ongeveer anderhalve centimeter.
Door de flinke beharing en het brede lichaam lijkt het vosje wat op een hommel. Het is echter een solitair levende bij. De rode kleur lijkt op dat van de vos. De poten zijn diepzwart. Het mannetje is veel slanker, heeft alleen een rode rug en is verder een beetje goudkleurig.
maart – mei
Het achterlijf van de grote wolbij heeft gele vlekken en dat van het mannetje is uitgerust met een paar scherpe doorns. Hij is een vechtersbaasje en probeert zijn territorium vrij te houdenvan mannelijke soortgenoten. Het mannetje grote wolbij is ca. 17 milimeter en daarmee een paar millimeter groter dan het vrouwtje.
eind juni – augustus
De gewone slobkousbij heeft een grote voorkeur voor natte gebieden en is specifiek gericht op de grote wederik. Het vrouwtje foerageert alleen daarop voor stuifmeel. De plant die aan de waterkanten groeit produceert geen nectar. Voor die voedselbron is deze bij aangewezen op bijvoorbeeld kattenstaarten.
juni - september
De zijdebij is een voorjaarssoort die een voorkeur heeft voor bloeiende wilgen. In veel opzichten lijkt de soort op de honingbij, maar is wat kleiner. Belangrijk verschil is ook dat het vrouwtje de nectar in haar krop verzamelt en zo naar haar nest vervoert.
maart – mei
De rosse metselbij maakt graag gebruik van de nestgelegenheden die wij aanbieden in de bijenhotels. Ze komen er soms massaal voor en blijven hun geboorteplek vaak generatie op generatie trouw. De mannetjes verschijnen het eerst uit de nestgangen, een paar dagen later de vrouwtjes.
maart - juni